8e Jaargang nr.88 Mei 2015 verschijnt 1x per maand


Is ons hart nog brandende?


Terwijl ze met elkaar in discussie waren,
voegde Jezus zelf zich bij hen en liep met hen mee.
Maar hun ogen waren niet bij machte Hem te herkennen.
Lukas 24: 14-15


We vertellen niet altijd hoe we ons voelen, maar onze lichaamstaal, onze gezichtsuitdrukkingen verraden ons dikwijls hoe we ons echt voelen. We zien wel dat iemand bijvoorbeeld verdriet heeft maar vaak durven we geen gesprek aan omdat we niet weten hoe we moeten reageren op het verdriet van die ander. Je hebt wijsheid nodig om met die ander mee te lopen in haar of zijn verdriet. Wijsheid om de juiste vragen op de juiste tijd te stellen.

Je zou je kunnen afvragen waarom dit verhaal van de Emmaüsgangers wordt vermeld in de Bijbel. Wel, ik denk dat wij heel veel op hen lijken en dat wij net zo zouden kunnen reageren zoals zij deden wanneer je merkt dat al je hoop de grond in wordt geboord. Teleurgesteld en vol met allerlei vragen spraken ze met elkaar over van alles wat er was voorgevallen. Ze komen er maar niet uit. “En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen!” Zij hadden een verwachting en die is niet uitgekomen. Zij zijn teleurgesteld, hun hoop kwijt, zij zien het niet meer, zij zien Hem niet meer. Bij dat dieptepunt treft Jezus hen aan en wat mij opvalt is dat Hij ze eerst helemaal laat uitspreken voordat Hij hen de juiste vragen stelde. Wat een mooie les!

Hoe velen van ons gaan die weg van de Emmaüsgangers en geloven niet wat Jezus voor hen heeft gedaan. Zij blijven er maar over discussiër en en blijven het moeilijk vinden om het te geloven. Hoe vaak hebben zij niet Gods Kostbare Woord over en over, jaar in jaar uit gehoord, en hebben er toch geen vreugde in gevonden? De Emmaüsgangers geloofden in de profeten en toch handelden ze alsof ze er niet in geloofden.

Zijn wij ook niet vaak schuldig aan inconsistentie? We zeggen wel dat we de Bijbel geloven maar wanneer het erop aan komt waar blijft dan ons geloof? De Emmaüsgangers hadden hun hoop op hun Messias verloren totdat Hij in het dieptepunt van hun leven kwam en hen op een glasheldere manier uitleg gaf over de Schriften. De prediking van Jezus was helder en duidelijk en zette hun hart in vuur en vlam. Het is dan ook niet zo vreemd dat zij, nadat Jezus uit hun zicht verdwenen was, tegen elkaar zeiden “Was ons hart niet brandende in ons?” De woorden die Hij sprak zijn Geest en leven. Er gebeurde iets in hun hart.

Hoe staat het vandaag de dag met de prediking in onze zondagse erediensten? Is ons hart nog brandende wanneer de prediker uit ons zicht verdwenen is? Wanneer ons hart niet brandende is dan is er iets mis met onze prediking, want Christus werkt wanneer de Schrift geopend word

Hartelijke groet, Tjitske