Woord v.d Maand verschijnt 1x per maand 15e Jaargang nr.175 augustus 2022 | 5782


Een ander de schuld geven!

“Als wij echter onszelf beoordeelden,
zouden wij niet geoordeeld worden”
1 Kor.11:31 HSV


Als er een God bestaat waarom is er dan zoveel onrecht en ellende in deze wereld? Waarom doet Hij er dan niets aan?”. Deze vraag werd een tijdje geleden aan mij gesteld. Maar voordat ik een antwoord kon geven, liet de vraagstelster mij weten niet in God te geloven en ook niet in de zonde van Adam en Eva! Maar dat ze mijn geloof wel respecteert. Ik zei tegen haar: “Om even op je vraag terug te komen: Waarom God niets doet aan al die ellende, zou ik je eerst iets willen vragen. Zou het niet een eerlijke vraag zijn om onszelf eens ter verantwoording te roepen? Zou het kunnen zijn dat we misschien zelf de oorzaak zijn van alle ellende in deze wereld? Denk je dat het terecht is om God de schuld te geven terwijl je zegt niet in Hem te geloven?”. Ik probeerde haar uit te leggen dat de Bijbel, Gods Woord, het enige ware antwoord op haar vragen kan geven. Maar al snel gaf Aze het gesprek een andere wending. De grond werd haar te warm onder de voeten.

Iemand anders de schuld geven. Niet alleen kinderen zijn daar erg goed in, maar ook volwassenen. Door de schuld op anderen te schuiven laat je zien dat je geen verantwoordelijkheid wilt nemen voor je eigen fouten, maar laat je een ander hiervoor op draaien. We zien dit gedrag al terug bij de eerste mens in de hof van Eden. Adam geeft Eva de schuld, maar indirect geeft hij God de schuld door te zeggen: “de vrouw die U gaf om bij mij te zijn”. En Eva schoof haar schuld af op de slang. We zien ditzelfde gedrag weer terug bij Kaïn.

Wiens schuld is het. De schuld niet in eerste instantie bij jezelf maar bij anderen te zoeken zien we ook weer terug bij Kaïn. Dat zijn offer niet werd geaccepteerd voelde voor hem als een vernedering en dat maakte hem woedend, maar zijn woede was onterecht. Hij had boos op zichzelf moeten zijn vanwege zijn ontrouw jegens God. (Spr.19:3) Hebr.11:4 waar staat: “Door [het] geloof offerde Abel aan God een beter slachtoffer dan Kaïn, waardoor hij getuigenis verkregen heeft dat hij rechtvaardig was.” Abel offerde in geloof en Kaïn niet. God zet Kaïn zelf ertoe aan de oorzaak van zijn ontevredenheid te onderzoeken en te overwegen of het inderdaad een rechtvaardige oorzaak had waarom hij zo boos is. Maar in plaats daarvan verhardde hij zijn hart en vermoordde zijn jongere broer Abel en had hij ook nog de brutaliteit om te zeggen dat hij niet wist waar zijn broer was. In Kaïn zien we de twee belangrijkste eigenschappen van de zonde tot uiting komen waar alle zonden toe zijn te herleiden: moord en leugen.

Hoelang blijven we God de schuld geven: Het zou goed zijn om Genesis, de hoofdstukken 1 t/m 22 weer opnieuw, voor sommigen misschien voor de eerste keer, te lezen. Daar vindt men het antwoord over het ontstaan van de droevige gevolgen van de intrede van de zonde in de wereld en in de harten van de mensen. Het eten van de verboden vrucht door Adam leek maar een kleine zonde, maar het opende de deur naar de grootste. Namelijk: vijandschap tussen God en de mens. Miljoenen en miljoenen mensen volgen vandaag de dag de weg van Kaïn. Zij zijn rusteloos, opgejaagd en zullen nergens vrede vinden. (Jesaja 57: 20-21 )

We kunnen schuld nooit afschuiven op een ander, schuld is ten slotte altijd persoonlijk. We staan schuldig ten opzichte van God en onze naaste als gevolg van ons zondige handelen. De kern van de Bijbelse boodschap is dat schuld erkend en beleden dient te worden, en alleen zó vergeven kan worden. Laten we niet de weg volgen van Kaïn die God de rug toekeerde omdat hij geen berouw toonde en weigerde zijn schuld (zonden) te belijden. Als we ons bekeren en terugkeren, zullen we genade vinden bij God.


Tjitske Meijer


terug naar woord vd maand»