Psalm 23
Dinsdag 2 juli werd het nieuwe kabinet ten overstaan van Zijne Majesteit de Koning
beëdigd. Maar voordat dit nieuwe kabinet op de trappen van het paleis stond, wilde de
formateur eerst weten of er zaken zijn die de integriteit of betrouwbaarheid van die
bewindslieden in spe kunnen aantasten. (De AIVD speelt in die screening een rol. ) Om hun
integriteit nog eens extra te benadrukken, legden zes van de vijftien bewindslieden een
eed af de woorden: ‘Zo helpe mij God almachtig’. De overige bewindslieden legden een
belofte af met de woorden: ‘Dat beloof ik’. Het zijn over het algemeen holle klanken. Mooie
woorden zonder dat de meesten onder hen ze zelf ernstig nemen. Het grotendeel van onze
regering houdt namelijk geen rekening met God. We hebben weliswaar een nieuw kabinet,
een nieuwe president, maar... GEEN HERDER
Ik vond een gedicht dat ik toepasselijk vond op dit nieuwe kabinet, uit 1924.
De heren zijn onze herders zij leiden ons over ligweiden naar wateren van recreatie en rust van grazige weiden ze bouwen voor ons snelwegen zodat we ons kunnen verplaatsen en zorgen voor treinen en vliegvelden maken geluiddicht onze woning niets zal ons ooit nog ontbreken woningwetwoningen en sportparken muren tegen onze vijanden ze doorschouwen onze harten wat goed is voor ons leven weten ze, met zalvende woorden noden ze ons aan hun tafels
steeds gaan zij ons voor, onze herders leggen uit hoe we de weg vinden in onze belastingformulieren en waar we ons moeten vervoegen voor een visakte of een huurwoning waar het politiebureau is of het stadhuis en hoe door het dal van doodse schaduwen we het winkelcentrum kunnen bereiken waar het ons aan niets zal ontbreken
waar zouden wij zijn als de herders zelf zouden gaan dwalen, ten prooi zouden vallen aan twijfels niet meer treden in sporen van waarheid niet met stok en staf ons voorgaan en het kwaad niet meer zouden vrezen? is dan tot in lengte van dagen geen geluk meer om onze schreden in het aangezicht van onze belagers?
door Leo Herberghs (1924)Lieve groet,
Tjitske Meijer